Het EU kompas: navigeren door de Europese wetgeving
De maanden juli en augustus vervullen ook voor de EU-wetgever de functie van het zomerreces. Daardoor zijn er in die maanden weinig ontwikkelingen geweest op grond van wetgeving van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. In die periode zijn drie verordeningen van de raad gepubliceerd.
In het onderstaande overzicht worden deze verordeningen uitgelicht. Daarnaast wordt ingegaan op de nieuwe institutionele cyclus en de stand van de EU-wetgeving ten gevolge van de Europese Parlementsverkiezingen.
Vissen in derde landen
In Verordening (EU) 2024/2054 en Verordening (EU) 2024/2158 worden de (vis)vangstmogelijkheden in derde landen gewijzigd. Beide verordeningen geven uitvoering aan een partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Mauritanië respectievelijk Kaapverdië. In de Mauritaanse wateren mogen nu meer vaartuigen vissen naar schaaldieren, terwijl het totale aantal toegestane vangsten niet wijzigt. In de Kaapverdische wateren mogen nu een bepaald aantal vaartuigen uit Frankrijk, Spanje en Portugal vissen met de zegen, hengel of de drijvende beug (vistuig).
Uitzonderingen voor humanitaire partners in sanctieverordening
Met Verordening (EU) 2024/1965 worden uitzonderingen opgenomen in de sanctieverordening met betrekking tot de verspreiding en het gebruik van chemische wapens. Het gaat daarbij om humanitaire organisaties die optreden als partners van de EU die worden vrijgesteld van het verbod om voor humanitaire doeleinden geld beschikbaar te stellen aan personen en entiteiten die op de sanctielijst staan.
Institutionele cyclus
Naast het zomerreces speelt ook dat in juni de Europese Parlementsverkiezingen zijn geweest. Daarmee is ook een nieuwe institutionele cyclus in gang gezet.
Europese Commissie
Na de verkiezingen voor het Europees Parlement is het proces in gang gezet om een nieuwe Europese Commissie te vormen. De eerste stap in dit proces was dat de Europese Raad Ursula von der Leyen heeft voorgedragen als voorzitter van de nieuwe Europese Commissie (Von der Leyen II). Het Europees Parlement heeft haar op 18 juli wederom verkozen tot voorzitter. De vervolgstap is om nu het gehele college van commissarissen goed te keuren. De lidstaten hebben daartoe hun kandidaten voorgedragen (Wopke Hoekstra door Nederland) en de beoogde portefeuilles zijn toebedeeld (Hoekstra heeft de portefeuille Klimaat, Netto Zero en Schone Groei). Het college wordt binnenkort verhoord en goedgekeurd door het Europees Parlement. Na die goedkeuring zal de Europese Raad het college met gekwalificeerde meerderheid benoemen.
Europese Raad
Voor de Europese Raad (de raad met regeringsleiders en staatshoofden) betekent dat een nieuwe voorzitter: António Costa (de voormalig premier van Portugal). Hij is verkozen voor een periode van 2,5 jaar en zal zijn functie vervullen per 1 december 2024.
Europees Parlement
Met de verkiezingen in juni hebben de EU-burgers gekozen voor nieuwe parlementariërs voor het Europees Parlement. Deze parlementariërs zijn op 16 juli beëdigd en sindsdien al actief aan het werk.
De stand van de wetgeving na de verkiezingen
De positie van de Europese Commissie
Nadat de Europese Commissie eenmaal officieel geïnstalleerd is, begint de nieuwe wetgevingscyclus. Aan het begin van deze cyclus zal de nieuwe Commissie alle plannen van de vorige Commissie doorlichten en beoordelen of zij daarmee verder wil gaan. Dat betekent dat ze zal beoordelen of de lijn die uitgezet is in bepaalde voorbereidende documenten, zoals in een groen- of witboek, nog een vervolg krijgt. Voor hangende voorstellen heeft de Europese Commissie de bevoegdheid, zoals afgesproken in het Kaderakkoord tussen het Parlement en de Commissie, om deze politiek te bevestigen of in te trekken. Daarbij dient de Commissie wel rekening te houden met de standpunten van het Europees Parlement. Dit is expliciet geregeld met het Parlement omdat de Commissie een wetsvoorstel kan wijzigen, waaronder intrekking begrepen wordt, totdat de Raad een besluit heeft genomen (die als laatste in het wetgevingsproces aan zet is, waarbij het onduidelijk is of dit slechts betrekking heeft op de eerste lezing).
De positie van het Europees Parlement
Het Europees Parlement heeft een interne procedure in het Reglement voor ‘onafgedane zaken’. Dit betreft lopende procedures over wetgeving waarbij de plenaire vergadering van het parlement op de laatste vergadering geen definitieve beslissing over heeft genomen. Deze onafgedane zaken worden in beginsel als vervallen beschouwd. Na de verkiezingen neemt de Conferentie van voorzitters (Voorzitter EP en fractievoorzitters) een besluit, op basis van verzoeken van de parlementaire commissies en andere instellingen, om behandeling van deze procedures voort te zetten. Daarnaast kan het Parlement de Commissie na de verkiezingen verzoeken om het wetsvoorstel opnieuw voor te leggen. Als daar gehoor aan wordt gegeven is het mogelijk om een gewijzigd standpunt in te nemen.
Op dit moment zijn er (ongeveer) 173 lopende ‘gewone’ wetgevingsprocedures, waarvan 54 in de eerste fase zitten. Deze wetgeving heeft onder andere betrekking op:
een programma voor de Europese defensie-industrie en maatregelen om de voorzieningszekerheid van defensieproducten te waarborgen;
regels over de aansprakelijkheid bij schade door kunstmatige intelligentie;
het fokken, huisvesten en behandelen van honden en katten;
het voorkomen en bestrijden van mensensmokkel in Europa;
bestrijding van seksueel misbruik en uitbuiting van kinderen.