Ontwikkelingen van het integraal wetgevingsbeleid

Eva Kooreman

7 juli 2021

Een concrete actielijst voor het versterken van de kwaliteit van beleid en wetgeving

Op 25 juni 2021 heeft de minister voor Rechtsbescherming een brief geschreven aan de Eerste Kamer en Tweede Kamer waarin een concrete actielijst staat voor het versterken van de kwaliteit van beleid en wetgeving om het onderlinge vertrouwen tussen beleid, wetgeving en uitvoering te vergroten. In deze brief wordt naar meerdere rapporten verwezen die de vinger op de zere plek leggen waar de overheid op het gebied van wetgevingskwaliteit tekortschiet. Deze brief is het startpunt voor een belangrijke ontwikkeling binnen de wetgevingspraktijk.

In de brief worden langs vijf lijnen een aantal actiepunten vastgelegd die een aantal nieuwe initiatieven vormgeven. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van al bestaande instrumenten en het voortbouwen op die instrumenten. De afgelopen jaren is steeds meer stilgestaan bij het vertrouwen in de overheid, de responsiviteit van de overheid en de invloed hierop van het doenvermogen van de burger. Het signaleren van problemen op dit vlak ging moeiteloos, maar mede uit genoemde rapporten bleek dat het doenvermogen van de overheid zelf tekort schoot om dit op te lossen. De brief is dan ook een mooie opstap naar concrete acties om de gesignaleerde problemen aan te pakken.

In de brief worden verbeteringen aangekondigd voor de verschillende fasen van het beleid- en wetgevingsproces. Ten eerste wordt uitgebreid ingegaan op de intensivering van samenwerking tussen medewerkers van uitvoering, wetgeving en beleid. Dit moet een doorlopende samenwerking zijn die vanaf het begin van een project wordt benut.  

Ten tweede wordt een herziening van het IAK aangekondigd als concrete verandering. Deze vernieuwing gaat zich inhoudelijk richten op een eenvoudigere inhoud en opbouw en een gebruiksvriendelijkere presentatie. Daarnaast wordt het gebruik van de IAK gestimuleerd bij de beleidsvoorbereiding en wordt gericht op een meer rijksbrede bekendheid. In het kabinetsplan over het toepassen van het IAK uit 2011, bestaan dezelfde overwegingen waarom het IAK belangrijk is en het vroeg in het proces toegepast moet worden. De kern van het IAK is in de loop van de tijd niet veranderd. Desalniettemin moeten departementen het instrument beter, op het juiste moment en consequenter toepassen, met name in de beleidsvoorbereiding. Daarvoor is modernisering en promotie nodig. 

Onderdeel van deze promotie is ook het onder de aandacht brengen van het doenvermogen van burgers. Het toepassen van gedragsinzichten moet vaste praktijk worden. De meest concrete stap voor stimuleren van het gebruik is het ontwikkelen van een opleiding.  

De derde ‘lijn’ waar in de brief bij stil wordt gestaan is de versterking van wetgevingskwaliteit. In de brief wordt genoemd dat openheid over de gemaakte keuzes en de verkenning van de geschikte oplossing, naast de nut en noodzaak, onderdeel is van de ‘nieuwe bestuurscultuur’. Hierbij wordt ook uitgebreid ingegaan op de versterking van (departementale) samenwerking. 

De interdepartementale wetgevingstoets, die de verantwoordelijkheid is van het ministerie van Justitie en Veiligheid, wordt ook gesterkt met prioriteiten als de menselijke maat, doenvermogen en uitvoerbaarheid.  

De brief geeft een mooi overzicht van ontwikkelingen die van betekenis zullen zijn in de wetgevingspraktijk. Dit maakt duidelijk dat het belangrijk is om wet- en regelgeving altijd met een brede kijk en vanuit verschillende inzichten te benaderen. Het Integraal afwegingskader is een instrument dat uitnodigt om betere beleidskeuzes te maken, maar is verworden tot een verplichte invuloefening nadat de beleidskeuzes zijn gemaakt. De waarde van het integraal afwegingskader kan worden hervonden door het een deel te laten maken van het bewustzijn van iedere wetgevingsjurist om via wetgeving maatschappelijke problemen aan te pakken. De brief van de minister richt zich op de centrale overheid en benoemd de gemeente slechts als een uitvoeringsinstantie. Het zou een goede ontwikkeling zijn om de ervaringen bij deze slag in verbetering van wetgevingskwaliteit ook te betrekken op decentrale overheden. Genoemde prioriteiten als de menselijke maat, doenvermogen en uitvoerbaarheid zijn minstens zo belangrijk bij decentrale overheden die regelgeving maken. Het kan interessant zijn na te gaan welke goede ervaringen gemeenten daarmee hebben. 

In de brief worden een aantal dingen genoemd hoe deze slag in kwaliteitsverbetering daadwerkelijk geïmplementeerd gaat worden. Het meest concrete voorbeeld is de verandering van het IAK. Hierover verschijnt in het najaar van 2021 een aparte rapportage waar wij met interesse naar uitkijken. Daarnaast worden een aantal meer abstracte doelen besproken zoals meer samenwerking, het creëren van een ‘nieuwe bestuurscultuur’ en het stellen van andere prioriteiten bij het uitvoeren van de interdepartementale wetgevingstoets. In de brief worden wel meer concrete acties benoemd om deze doelen te bereiken, maar hoe deze veranderingen daadwerkelijk vorm gaan krijgen in de praktijk is waarschijnlijk een langlopende ontwikkeling die interessant is om te blijven volgen.  

Meer informatie?

Neem contact met ons op.

Vorige
Vorige

Oog voor detail

Volgende
Volgende

Hé! Een zelfstandige amvb!